Wat deden we eigenlijk in Afghanistan? (II)

Geplaatst door Hans Roodenburg op 11 augustus, 2013 - 19:00

Afghaanse meisjes

© Hans Roodenburg: Afghaanse meisjes in het pre-talibantijdperk

Het zou een 'opbouwmissie' worden. Afghaanse meisjes zouden dankzij de inzet van onze soldaten voortaan naar school mogen. Deze valse voorstelling van zaken ging er bij naïeve Haagse politici in als Gods woord in een ouderling.

Deel I van dit vervolgverhaal eindigt met de vraag of het bezetten van een land en het proberen te bewerkstelligen van regime change aldaar, effectieve middelen zijn om organisaties als Al Qaida te bestrijden. Om u niet langer in spanning te laten: het antwoord op deze vraag is 'nee'.

Bijna vier jaar geleden schreef ik op deze site een stuk met dezelfde titel - zij het in de tegenwoordige tijd - als hierboven. Terugtrekking van de NAVO-troepen was toen niet aan de orde en de Nederlandse Uruzgan-missie was nog in volle gang. In dat stuk kwam ik tot de volgende conclusie:

De NAVO-strategie in Afghanistan berust op drijfzand. De militaire interventie brengt het doel – voorkoming van terroristische aanslagen – niet dichterbij en is uiteindelijk gedoemd te mislukken. De les uit het bovenstaande is duidelijk: onze troepen zo snel mogelijk weg uit Afghanistan.

Om deze conclusie te onderbouwen voerde ik twee getuigen à charge op, beiden lieden die ervoor hebben doorgeleerd. Om te beginnen de gepensioneerde contraterreurspecialist van de CIA Paul R. Pillar, die in de NRC van 28 september 2009 onder meer verklaarde:

De NAVO-missie in Afghanistan heeft de kans dat het Westen opnieuw wordt getroffen door een terreuraanval niet verkleind. Terroristen kunnen hun aanslagen ook elders voorbereiden. De Nederlandse missie gaat evenzeer uit van de misvatting dat de NAVO door haar aanwezigheid in Afghanistan bijdraagt aan het verminderen van terreurdreiging.

Om het wat breder te trekken zou ik hieraan het volgende willen toevoegen. Er zijn genoeg landen in de wereld waar organisaties als Al Qaida ongestoord hun operaties kunnen voorbereiden. Die landen allemaal te bezetten gaat de westerse militaire capaciteit verre te boven. De halve wereld één groot Afghanistan? Dat gaat 'm niet worden. 

Mijn tweede getuige à charge was de Nederlandse generaal-majoor b.d. A.J. van Vuren, die op 30 september 2009 in de NRC schreef:

Natuurlijk mislukt de missie in Afghanistan. De Afghaanse bevolking ziet de aanwezigheid van de NAVO steeds meer als een bezetting door ongelovigen met een abjecte cultuur. […] Met de Talibaan deelt de bevolking tenminste het geloof, de taal en de cultuur. Daarbij komt dat de Talibaan de tijd aan hun zijde hebben, overtuigd zijn van hun zaak en volharden. […] Alles overziend, koerst het Westen in Afghanistan af op een mislukking.

De generaal-majoor b.d. serveerde hiermee impliciet de propagandapraatjes over 'opbouwmissie' en hearts and minds af. Natuurlijk willen we allemaal dat die Afghaanse meisjes naar school kunnen, maar daarvoor is in Afghanistan een cultuuromslag nodig, en die komt helaas niet - vrij naar voorzitter Mao - uit de loop van het geweer van een 'ongelovige'.

De vraag naar de effectiviteit van de strategie die in Afghanistan is gevolgd lijkt mij nu wel afdoende beantwoord. Maar er blijven nog genoeg onbeantwoorde vragen over. Hoe heeft het zover kunnen komen? Hebben de Amerikanen na Vietnam, Irak en Afghanistan nu eindelijk hun lesje geleerd? De Midden-Oostenpolitiek van Obama getuigt niet bepaald van toegenomen realiteitszin. En hebben de Nederlandse beleidsmakers na Srebrenica, Kosovo en Afghanistan nu eindelijk door hoe het niet moet? Die rare Kunduz-missie en een mogelijke opvolger daarvan die eraan lijkt te komen stemmen niet hoopvol.

Maar voor alles dwingt het negatieve oordeel over de missie in Afghanistan tot het beantwoorden van de vraag welke strategie om Al Qaida en aanverwante groeperingen (al dan niet homegrown) te bestrijden, wel effectief is. Al Qaida zou niet meer zijn wat het geweest is, als we tenminste Peter Bergen, die ooit Bin Laden interviewde, gisteravond in Nieuwsuur mogen geloven. Maar de terreurdreiging is er niet minder om.

De contouren van een nieuwe technology driven strategie - of misschien beter tactiek - beginnen zich intussen af te tekenen. Deze zal gebaseerd zijn op het principe van search and destroy. Het element search neemt vooral de vorm aan van massale monitoring van het internet- en telecomverkeer, en het element destroy heeft een hoog drone-gehalte. Zal zo'n aanpak effectiever zijn dan die in Afghanistan?